Curacao

countdown

over ons

wij zijn Daniela en Wiebe en onze hobby is reizen.

De binnenlanden van Mongolië (de groene route)

Het is nog vroeg als we opgehaald worden bij het hotel door Amaraa (onze gids) en Torka (onze chauffeur). We moeten nog drie anderen ophalen. Het blijkt een Nederlands stel, Jasper en Hester en een Belg genaamd Filip.
Met z'n allen in een groen busje op pad.

Het eerste stuk van de trip gaat over een echte weg; dat wil zeggen een geasfalteerde weg met hier en daar een gat. The millennium road. Onderweg zien we op gegeven moment enorme gieren die een dood dier aan het oppeuzelen zijn. Ze zijn een beetje fotoschuw en vertrekken zodra ze een camera zien. We maken er dan maar een toiletstop van.
Eindeloze steppes trekken aan ons oog voorbij en dan opeens....kamelen. Niet een of twee, nee 178 stuks maar liefst. En dan niet van die miezerige scharminkels zoals in Egypte. Deze exemplaren zijn goed gevuld en lekker pluizig en ze hebben een moderne herder. Hij rijdt niet op een kameel of een paard, maar op een glimmende motor. Wel netjes in echte nomadenkledij. Hij vertelt van alles en geeft antwoord op al onze vragen. Gelukkig hebben we Amaraa die haar best doet op de vertaling.

We gaan verder en op de wijde vlaktes zie je kuddes schapen, geiten, koeien en hier en daar staan wat ger-tenten. Af en toe ook een kudde op de weg...Bij een kleine nederzetting (zo'n 8 huisjes langs de weg) stoppen we nog even voor wat inkopen.
Niet lang daarna gaan we van de weg af en volgen we de bumpy road tot we bij een groot meer komen. Hier overnachten we in een ger-tent op een toeristenkamp. Het wemelt hier van de woelmuis/hamsterachtige beestjes. Waar je ook kijkt, overal zij je wel een kopje boven het gras uitsteken of een kont verdwijnen in een holletje.
Na het eten lopen we in het schemer naar het meer waar een vuur brand. Er is een familie die met een Sjarmaan een ritueel uitvoert. We mogen in eerste instantie niet te dichtbij komen. Pas als de ceremonie afgelopen is, mogen we naar het vuur.

Op dag twee gaan we op weg naar een nomadenfamilie waar we twee nachten zullen blijven. Vanaf nu is het alleen nog maar bumpy road (karrensporen) door heuvels, valleien en kleine riviertjes. Af en toe ligt er opeens een redelijk moderne brug over een rivier, maar de weg zelf blijft gewoon een karrenspoor vol gaten en stenen.
We stoppen in een klein stadje waar we een lokale markt bezoeken. Hier kopen we ook wat geschenken voor de nomaden.

In de middag komen we aan bij de familie. We stappen de auto uit en er komt gelijk een enthousiast schaap op ons af die een aai over de bol wil. Vreemd schapengedrag denken wij nog, maar het beest blijkt met de hand grootgebracht en is onderdeel van de familie. Gedurende ons verblijf komt Spikkel (vrije Nederlandse vertaling) regelmatig om wat aandacht schooien.
Dan komt de grote indrukwekkende man met een markant hoofd ons verwelkomen. Hij geeft iedereen een hand en stelt zich netjes voor. De rest van de middag mogen we lekker relaxen, wandelen enz. Op gegeven moment komt Amaraa langs en geeft aan dat we ook welkom zijn in de grote familie Ger. Ze zijn bezig met het avondeten en we mogen kijken hoe het bereid wordt. Binnen is Hester al geconcentreerd bezig met het maken van dumplings. Al snel zit ik naast haar op een krukje en krijg les van Amaraa in het maken van de kleine zakjes. Eerst het deeg platmaken tot een dun plakje, een schepje vulling erin (in ons geval schapenvlees met ui) en dan dichtmaken. Dat valt niet mee, maar als de bak leeg is, hebben we het toch aardig onder de knie. In de houtkachels worden ze vervolgens gestoomd. Smullen!
Na het eten geven we de familie de suiker en chocola die we 's middags gekocht hebben. Dan schuift de familie aan bij ons tafeltje en komt er een fles sterke drank op tafel. Kleine glaasjes erbij en toosten maar. De vrouw des huizes krijgt nog een en met het glaasje in de hand begint ze te zingen. Dan gaat het glaasje naar de heer des huizes en dan moeten wij er op gegeven moment ook aan geloven. Als je het glaasje krijgt, moet je een liedje zingen of een gedicht voordragen of iets anders doen. Dan neem je een slokje en gaat het glaasje naar het volgende slachtoffer. Het is een gezellige avond geworden.

De volgende ochtend zijn we verkleumd. Het was echt stervenskoud in onze ger vannacht. Helaas konden we het vuurtje niet meer aankrijgen omdat er geen leven meer in zat en de lucifers op waren. Muts op, sokken aan, extra truitje, drie dekens en nog kleumen. Gelukkig kom ik Torka tegen als ik tegen zessen ga plassen. Hij komt gelijk het vuur weer aanmaken en we worden weer wat warmer. Volgens hem moesten we vannacht op het derde bed gaan liggen (een paar planken op balkjes). Dan konden we lekker tegen elkaar aan kruipen en hadden we meer dekens. Gaan we doen, want zo'n koude nacht is niet echt prettig. We zijn niet de enigen die het koud hadden. Ook De anderen zijn verkleumd.

Het ontbijt bestaat uit brood met Yakboter en suiker. Smaakt best aardig. In de loop van de ochtend wandelen we naar de buren. Zij zijn druk bezig om hun kamp af te breken en te verkassen. Leuk om te zien hoe zo'n Gertent wordt afgebroken.

Tegen de lunch stappen we in de auto voor een ritje naar een rivier. Hier krijgen we een Mongolian BBQ. De heren krijgen de opdracht om een paar grote stenen te zoeken en de dames gaan op zoek naar hout voor het vuurtje. Tussen de stenen wordt een vuurtje gestookt en daar wordt een grote wokpan met water opgezet. Als het water kookt, gaan er aardappelen en wat botten met vlees in. In het vuur zelf worden ook nog een paar aardappelen gegooid en een aantal platte steentjes. Filip is als een ware survivor een stuk verderop bezig om een natuurlijke brug te maken zodat hij weer aan onze kant van de rivier komt. Als we de andere kant op kijken, komt er net een kudde Yaks de rivier oversteken.
Als het vocht bijna verdampt is, worden de hete stenen op het vlees gelegd. Gezellig zittend op een boomstam eten we ons portie op.

Halverwege de terugweg besluiten we dat wel zin hebben in een wandeling. Torka en onze gastheer kijken een beetje vreemd op, maar goed; als die gekke Hollanders dat stuk willen lopen...Het is heerlijk weer en we wandelen lekker in het zonnetje terug naar het kamp. Onderweg nog wel twee riviertjes oversteken...een stukje springen, even over een wiebelig plankje lopen, maar we halen allemaal droog de overkant.

We hebben Torka's raad opgevolgd en zijn de nacht redelijk op temperatuur doorgekomen. Na de lunch nemen we afscheid van de familie. Maar niet voordat Jasper zijn eten weer uitgekotst heeft. Hij voelt zich niet zo happy...Onze gastvrouw sprenkelt nog maar wat extra yakmelk om de goden gunstig te stemmen.
Bij een klein dorpje stoppen we nog voor een kort bezoek aan een klooster om de weg te vervolgen naar ons volgende ger-kamp. En naar de Hot spa. We krijgen echter niet uit Amaraa wat de spa nu precies is en wat we ons erbij voor moeten stellen. Hester denkt dat het een complex is waar Floortje Dessing ook was. Bij ons gaat dan ook een belletje rinkelen. Toch niet dat Oostblok complex waarbij je eerst naar een dokter moest en daarna in een of ander vaag bad onder folie kwam te liggen? De spa begint iets minder aantrekkelijk te klinken. We hebben nog zo'n uur om er over te fantaseren, want dan zijn we er pas.

Ondertussen begint het busje vreemde geluiden te produceren. Het klinkt als een lekke band, maar dat is het toch niet. Niemand heeft enig idee wat het wel is. We stoppen nog een paar keer, maar dan besluit Torka dat het geen kwaad kan en rijden we gewoon verder. We komen aan bij een gerkamp. Blijkbaar is ons kamp en de spa een geheel. Geen oostblok gebouw te bekennen, dus we krijgen hoop dat het toch iets anders is. Dat klopt. Het is gewoon een douche met water uit een hotspring. Er is ook een soort bad waar je in kunt, maar daar hebben ze net nieuw water ingedaan waardoor het veel te warm is.
Al met al toch heerlijk zo'n warme douche. Ons kacheltje in de gertent wordt lekker opgestookt en we krijgen nog een extra deken voor de nacht. Vroeg in de ochtend komt er weer iemand binnensluipen om het kacheltje nog eens op te stoken.

Een lange dag voor de boeg. Vroeg ontbijten en dan op pad. Het eerste stuk gaat zowaar door iets wat op een bos lijkt. De auto maakt nog steeds het vreemde geluid. Torka is er toch niet helemaal gerust op, want op gegeven moment stoppen we en gaat hij aan de slag met gereedschap. De moeren van de wielen worden aangedraaid en een kapotte moer wordt verwijderd. En zowaar; het geluid is weg. Go Torka!

We worden gedropt op een heuvel, vlakbij een boomgrens. Vanaf daar is het ongeveer twee uur wandelen naar de top waar een klooster staat. Daarna ook weer twee uur terug. Volgens Amaraa hebben we geluk met het weer, want meestal regent het. Vandaag schijnt de zon. Af en toe wachten we tot Amaraa ons weer ingehaald heeft. Op haar korte pootjes kan ze ons niet zo goed bijhouden.
Het klooster ligt prachtig gelegen om de top en het uitzicht is waanzinnig. Gezeten op een rots eten we even een stukje brood met wat jam voordat we weer aan de terugweg gaan beginnen.
Onderweg dwalen we even van het pad af en komen niet helemaal uit bij de auto. Even roepen en dan horen we Torka redelijk in de buurt. Ondertussen heeft hij bij een nomadenfamilie wat extra moeren voor het wiel kunnen krijgen, waardoor deze weer wat vaster zit. In het zonnetje eten we onze lunch op terwijl we ons geestelijk voorbereiden op nog een lang stuk hobbelige weg. Er staat nog een waterval op het programma. Vele hobbels later komen we aan. Niets te zien, maar als we dichterbij komen horen we water ruisen. Er blijkt een kloof te zijn, waar bovenaan een rivier op uitkomt. Erg mooi en echt iets wat je hier op de kale steppen totaal niet verwacht.
We hobbelen de weg weer een stuk terug en komen met de ondergaande zon aan bij ons volgende gerkamp. Wat een luxe kamp zeg! Best even lekker na zo'n lange dag.

De laatste dag voordat we weer terug gaan naar Ulan Bator, rijden we naar de oude hoofdstad van Mongolië. Hier bezoeken we een museum en een oude klooster. Een van de weinige oude kloosters die behouden is gebleven. Bij de souvenirtentjes scoren we nog wat leuke dingetjes en dan is ons geld bijna op.
Geen probleem want we kunnen in het dorpje pinnen...tenminste als je een ATM kunt vinden die niet tijdelijk buiten gebruik is en geschikt is voor een ING-pasje. Uiteindelijk komen we in een bank terecht. Daar zijn ze druk bezig met het vullen van cassettes voor de ATM. En hoe...achter een laag toonbankje staat een vrouw pakjes geld open en bloot te tellen en de cassettes te vullen. Na ongeveer een kwartier loopt ze zonder bewaking of iets dergelijks met de cassettes naar een winkel waar een lege ATM staat en begint deze bij te vullen. We staan verbaasd te kijken...waar is het geldtransport en waar zijn de zware mannen? Dan blijkt deze ATM weer niet geschikt te zijn voor onze pas. We proberen nog een keer de eerste en deze blijkt ondertussen ook weer gevuld te zijn. Met weer wat geld op zak rijden we naar het laatste gerkamp van deze trip.

Het is 's nachts beginnen te regenen en de hele dag blijft het wat druilerig. Gelukkig is het tijdens onze korte stop in de mini Gobi (een paar zandduinen) even droog. Hester en ik stappen gezellig op een wollige kameel en maken een rondje door de duinen. Gelukkig zien de heren onze laatste meters op de kamelen niet meer...goed blijven zitten op een dravende kameel is namelijk niet zo makkelijk, wel redelijk lachwekkend...

Theme by Danetsoft and Danang Probo Sayekti inspired by Maksimer