Op naar Lijiang. Netjes op tijd worden we gedropt op het vliegveld van Lhasa waar ons vliegtuig een half uur eerder dan gepland gaat vertrekken, dus om 12.00 uur. We gaan netjes naar de gate. Buiten wordt het redelijk wazig en donker en we zien een mannetje buiten achter zijn pet aan hollen. Ziet er niet gunstig uit en dat blijkt later ook wel als alle vluchten of niet meer vertrekken of niet binnenkomen. Een zandstorm gooit roet in het eten. Twee uur later maar eens informeren naar onze vlucht. Die blijkt uitgeweken te zijn naar Chengdu en het is nog niet bekend wanneer hij in Lhasa aankomt. Toch maar even een noodlesoep scoren dan. Gelukkig is hier in China op elk station en vliegveld een plek waar je kokend water kunt pakken voor een kopje thee of een soepje. Weer een paar uur later ff naar de balie. Zoals het dan lijkt, komt onze vlucht tegen 17.30 uur binnen en zal ongeveer een uurtje later vertrekken. En zowaar klopt dit ook.
We vertrekken netjes om 18.30 uur (wel zes uur later dan gepland), maar tijdens het opstijgen moeten we wel gelijk even een onweersbui ontwijken door een scherpe bocht naar rechts te maken terwijl het vliegtuig schudt en trilt van de enorme turbulentie. Geen goede start... Het wordt zo'n vlucht waarvan je hoopt dat hij heel snel voorbij is. Heelhuids komen we aan in Lijiang maar wel met lichtelijk klotsende oksels. Pffff.
De volgende ochtend gaan we op pad en maken we een wandeling door het Black Dragon Pool Park met op de achtergrond de Jade Dragon Snow Mountain. Daarna rijden we naar een paar kleine dorpjes waar we o.a een schooltje bezoeken waar dames leren hoe ze van zijde moeten borduren. Echt schitterende schilderijen maken ze. Pure kunst.
In de namiddag bekijken we nog het oude binnenstadje van Lijiang.
De volgende ochtend beginnen we aan onze tweedaagse wandeling door de Tiger Leaping Gorge. Eerst nog even een korte stop bij de beroemde Yangzi rivier en de eerste 180-graden bocht. Deze valt tegen, want op de plaatjes zie je de bocht vanaf hoogte, maar die foto blijkt te zijn gemaakt vanuit een vliegtuig of helicopter. In het echt zie je de bocht dus lang zo mooi niet. We worden ergens afgezet en beginnen te wandelen. Hoger en hoger gaan we de berg op. Eerst is het nog een geasfalteerde weg, maar deze gaat op gegeven moment over in gewone zand/rotspaadjes. Toen we begonnen vonden we het jammer dat de zon niet meer scheen en verklaarden we onze gids voor gek omdat hij blij was met de bewolking. Inmiddels moeten we hem gelijk geven. Je krijgt het enorm warm van dat omhoog lopen. Op gegeven moment komen we bij een half huisje waar op de muur staat zoiets als "get energy for the 28 bends". Oké, hier gaat het zwaarste stuk dus beginnen....en dat terwijl het stuk tot zo ver al best pittig was. Pfff we klauteren naar boven en gaan hoger en hoger. Onderweg staat er af en toe een nummertje zodat je kunt zien bij welke bocht je bent. Klopt niet helemaal want ze lopen eerst op, maar na 18 krijgen we opeens nummer 12. Eenmaal boven aangekomen heb je een heel mooi uitzicht over de kloof. De rivier ligt zo'n 900 meter lager.
Daarna gaat de tocht verder en zakken we weer een stukje naar beneden. Dit is bijna nog zwaarder dan naar boven, want het is geen mooi pad, maar het is zand, grind en rotsen. Hier wil je niet echt lopen als het regent want nu glij je af en toe al weg.
Het laatste half uur begint het helaas wel te regenen, maar dit stuk is redelijk op een hoogte zodat het glibberen meevalt. In het guesthouse toch maar even een warme douche om op temperatuur te komen, want echt warm is het hier niet. Gelukkig zien we bij de bedden stekkertjes hangen en dat betekent...jaja... een elektrisch dekentje. Lekker hoor!
De volgende dag lopen we nog 3,5 uur. Niet echt meer veel klimmen, maar de tocht voert ons wel langs smalle paadjes en soms behoorlijke afgronden. Nog even door een waterval waden waar je misschien liever ook niet doorheen gaat als er meer water naar beneden komt. Voor mensen met hoogtevrees is deze tocht geen aanrader! Voor mensen die daar geen last van hebben, zeker doen want hij is echt heel mooi om te lopen.
Met toch wel een beetje lamme benen vertrekken we de volgende ochtend richting Dali. Daar ontmoeten we ergens in een klein dorpje onze gids. Hij heeft er duidelijk geen zin in en we vergeten hem maar heel snel. Waardeloos. In twee seconden krijgen we uitgelegd hoe de Bai-mensen hun mooie textiel maken en worden vervolgens gelijk meegenomen naar de verkoopruimte. Daar blijk je voor een tafelkleed even een vermogen neer te moeten tellen. Zo mooi zijn ze ook weer niet, dus we beginnen niet eens aan afdingen. Dan worden we meegenomen naar nog een dorpje en stappen vervolgens op een grote boot. We gaan blijkbaar een tochtje over het Erhai-meer maken. Gelukkig stoppen we nog bij een eilandje en een schiereiland, waardoor het toch nog de moeite waard wordt.
Onze vrije dag in Dali besteden we bij de Drie Pagodes. We dachten even de drie torens te gaan bekijken, maar dit blijkt een heel tempelcomplex te zijn waar we de hele ochtend rondlopen. Op weg naar het oude binnenstadje komen we terecht op een straat vol met meuk, lawaai en mensen. Uiteindelijk komen we aan in een iets rustiger straatje waar we een plekje zoeken op een terrasje om wat te eten. Misschien niet zo'n goede plek om te gaan zitten, want er blijken toch wel heeeeeel veeeeeeel Chinezen nog nooit een westerling gezien te hebben. Lachen, wijzen en natuurlijk heel veel selfies met ons erbij op. We zijn gelukkig niet de enige slachtoffers want tegenover ons zitten twee heren die nog net geen dames op schoot krijgen voor de foto.
De volgende ochtend stappen we voor de verandering weer eens op de trein. Vijf en half uur later stappen we in Kunming uit. Wat is deze stad enorm gegroeid in tien jaar tijd.
We zijn hier speciaal voor het Stenen Woud. Tien jaar geleden was ik hier ook, maar toen ging de rit over kleine weggetjes door dorpjes. Nu over zes-baanssnelwegen. Ook de ingang is ietsjes aangepast en helemaal ingericht op de vele Chinese toeristen die hier nu komen. En wederom hier zijn wij een extra bezienswaardigheid naast de prachtige steenformaties.
Onze laatste dagen hier in China zijn aangebroken. In Kunming bezoeken we nog wat plekjes om daarna op het vliegtuig naar Chengdu te stappen.
Tot onze verbazing staat er iemand ons op te wachten op het vliegveld. Dat scheelt zoeken naar een taxi.
Vandaag zijn we naar Leshan geweest. Hier staat een 71 meter hoge Boeddha. Gelukkig is het niet te druk en staan we geen uren in de rij naar beneden zoals in het hoogseizoen vaak wel het geval is. Volgens Penny was haar langste wachttijd ooit eens vijf uur geweest.
Morgen gaan we nog naar Mount Emei en dan zit het er weer op voor ons. Zaterdag nog een ochtendje in Chengdu thee scoren en dan op naar ons koude kikkerlandje...
dawitravel.nl
on the way